Uitgeverij Nieuwezijds
Uitgeverij Nieuwezijds
Home
  • Overzicht
  • Schemamodi volwassenen
  • Kinderen en jongeren
  • Borderline
  • Links
  • Contact
Nieuwezijds op Twitter Nieuwezijds op Facebook nieuwsbrief

Schematherapie : Schemamodi volwassenen

Onplezierige gevoelens en de gevolgen die zij hebben in het dagelijks leven, kun je beter begrijpen als je in gedachten houdt dat je verschillende gemoedstoestanden of gedragspatronen hebt. Zo’n gemoedstoestand of (gedrags)patroon wordt ‘modus’ genoemd (meervoud: ‘modi’). 


De volgende vijf modi worden onderscheiden bij volwassenen, waarvan drie niet-helpende modi en twee helpende modi:

Niet-helpende modi
1. Kindmodi
2. Kritische modi
3. Copingmodi
Helpende modi
1. Gezonde-volwassenemodus
2. Gelukkige-kindmodus


Een aantal modi worden hieronder verder toegelicht:

  • Kindmodi
  • Oudermodi
  • Overlevingsmodi
  • Gezonde-volwassenemodus
 
Kindmodi
De meeste mensen voelen zich weleens op een wat onvolwassen manier zwak, minderwaardig en verdrietig, of geërgerd, boos en koppig. Deze gemoedstoestanden worden in de schematherapie ‘kindmodi’ genoemd. De manier waarop  je de mensen en de wereld waarneemt, lijkt op de manier waarop kinderen dat doen. Ook de manier waarop je op je omgeving reageert, kan op typisch kindgedrag lijken. Er zijn drie soorten kindmodi: de gekwetste kindmodus en de boze/impulsieve-kindmodus, en daarnaast het gezonde deel, de gelukkige-kindmodus.
 

Deze uitspraken horen bij de gekwetste-kindmodus:

• Ik voel mij vaak alleen op de wereld.

• Ik voel mij zwak en hulpeloos.

• Ik heb het gevoel dat niemand van mij houdt.

 

Deze uitspraken horen bij de boze of impulsieve-kindmodus:

• Als ik kwaad ben, kan ik mij niet meer beheersen en verlies ik de controle over mijzelf.

• Ik doe wat ik wil ongeacht de gevoelens en behoeft en van anderen.

• Ik overtreed de regels en vind dat achteraf heel erg.

• Ik heb het gevoel dat de regels waaraan anderen zich moeten houden niet voor mij gelden.

 

Deze uitspraken horen bij de gelukkige-kindmodus:

• Ik voel mij geliefd en geaccepteerd.

• Ik ben tevreden en ontspannen.

• Ik vertrouw mensen meestal.

• Ik ben spontaan en speels. 

 
Oudermodi
Als je sterke kindmodi hebt, heb je meestal ook een andere kant, een gemoedstoestand waarin je negatief over jezelf denkt en waarin je jezelf afwijst of opjaagt. Vaak staat een opvoeder of een leefijdgenootje model (bijvoorbeeld een overdreven strenge vader, een mishandelende moeder of een pestende klasgenoot). Deze gemoedstoestand wordt de ‘kritische of straffende-oudermodus’ genoemd, ook al hoef degene die hem veroorzaakt heef niet altijd een ouder te zijn en kan het ook gaan om iemand anders uit je jeugd. Er worden drie oudermodi onderscheiden, die naast elkaar kunnen optreden: de veeleisende-, de schuldinducerende en de straffende-oudermodus. 
 

Deze uitspraken horen bij de veeleisende-oudermodus:

• Ik moet eerst alles wat ik moet doen af hebben, voordat ik mijzelf ruimte geef om te ontspannen of lol te hebben.

• Ik sta altijd onder druk om dingen te presteren en te bereiken.

• Ik mag geen fouten maken. Als het toch gebeurt dan word ik kwaad op mezelf.

• Ik weet dat er een ‘goede’ en een ‘verkeerde’ manier is om dingen te doen. Ik doe mijn uiterste best om alles goed te doen, want anders heb ik kritiek op mijzelf.

 

Deze uitspraken horen bij de schuldinducerende-oudermodus:

• Ik doe mijn best om het anderen naar de zin te maken en conflicten, ruzies en afwijzing te voorkomen.

• Ik mag niet kwaad worden op anderen, anders ben ik een slecht mens.

• Ik dwing mijzelf om een groter verantwoordelijkheidsgevoel te hebben dan anderen.

 

Deze uitspraken horen bij de straffende-oudermodus:

• Ik sta mezelf niet toe om prettige dingen te doen, omdat ik een slecht mens ben.

• Ik verdien straf.

• Ik heb de aandrang om mezelf voor straf pijn te doen (bijv. mezelf te snijden).

• Ik kan mezelf niet vergeven.

 
Overlevingsmodi
Als je veel nare dingen meemaakt in je jeugd, bijvoorbeeld emotionele verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik, ontwikkel je manieren om te overleven, om niet te voelen. Wanneer je dan later in je leven met moeilijke situaties en gevoelens te maken krijgt, zul je op allerlei manieren proberen om daar zo min mogelijk last van te ondervinden en je gevoel te verbergen voor andere mensen. Dergelijke gedragspatronen, die bedoeld zijn om nare gevoelens af te schermen, worden ‘overlevings-modi’ genoemd. Er zijn drie soorten overlevingsmodi: onderwerping, vermijding en overcompensatie.
 

Deze uitspraken horen bij onderwerping:

• Bij problemen of moeilijkheden denk ik: zie je wel, dit overkomt mij weer.

• Als er moeilijkheden zijn, ben ik geneigd om bij de pakken neer te gaan zitten.

• Ik laat mijn leven door anderen bepalen.

• Als anderen mij slecht behandelen, laat ik dat gebeuren.

• Ik geef anderen hun zin in plaats van mijn eigen behoeft en te uiten.

 

Deze uitspraken horen bij vermijding:
• Ik ga liever geen intieme vriendschappen of relaties aan.
• Ik ga confrontaties liefst uit de weg.
• Ik houd het graag oppervlakkig.
• Het is beter om je gevoel zo veel mogelijk uit te schakelen (bijv. door hard te werken, intensief te sporten of afleiding te zoeken in eten, seks of computeren).
• Ik probeer niet aan problemen of andere nare dingen te denken.

 

Deze uitspraken horen bij overcompensatie:
• Als ik kritiek krijg, schiet ik meteen in de verdediging.
• Ik kan erg kritisch zijn over wat anderen doen en laten.
• Ik fantaseer over beroemd, rijk, belangrijk of succesvol zijn.
• Ik heb de neiging anderen te overheersen en te controleren.
• Ik krijg respect als ik anderen laat zien dat ik niet met mij laat sollen.

 
Gezonde-volwassenemodus
Mensen ook gezonde of goed functionerende gedragspatronen. Dit is de kant van jezelf die erin slaagt het leven goed te organiseren, dagelijkse problemen op te lossen en goede relaties met anderen te onderhouden. Die kant heet de ‘gezonde-volwassenemodus’.
 
Deze uitspraken horen bij de gezonde-volwassenemodus:

• Ik weet wanneer ik mijn gevoelens kan uiten en wanneer niet.
• Ik kan mijn problemen op een rationele manier oplossen, zonder door bijkomende gevoelens overspoeld te worden.
• Ik heb genoeg evenwicht en zekerheid in mijn leven.
• Ik kan goed voor mijzelf opkomen als ik het gevoel heb dat ik ten onrechte bekritiseerd wordt of als er misbruik van mij gemaakt wordt. 

 

Deze informatie is afkomstig uit het boek Patronen doorbreken van Hannie van Genderen, Gitta Jacob en Laura Seebauer (© 2012, Uitgeverij Nieuwezijds).

 

Therapieboek schematherapieTherapieboek schematherapie

Schematherapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornisSchematherapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis

Patronen doorbrekenPatronen doorbreken

Doorbreek je patronen in vijf stappenDoorbreek je patronen in vijf stappen

Praktijkboek schematherapiePraktijkboek schematherapie

SchematherapieSchematherapie

Schematherapie met kinderen en jongerenSchematherapie met kinderen en jongeren

Schematherapie in de klinische praktijkSchematherapie in de klinische praktijk

© 2019 Uitgeverij Nieuwezijds :: Contact :: Terms of use :: Top