Borderline persoonlijkheidsstoornis : Achtergronden
Wat is borderline-persoonlijkheidsstoornis?
Mensen met borderline-persoonlijkheidsstoornis (kortweg BPS of borderline) vertonen hun leven lang een patroon van heen en weer zwalkende emoties, chaotische relaties en een onduidelijke identiteit. Ze gedragen zich impulsief en woede-uitbarstingen en crises komen veel voor.
Hoewel veel patiënten met een BPS intelligente en creatieve mensen zijn, slagen zij er vaak niet in hun talenten voldoende te ontplooien. Vaak hebben zij hun opleiding niet afgemaakt en werken zij niet, of beneden hun niveau. Ze lopen een groot risico zichzelf te beschadigen door automutilatie en misbruik van middelen. Het suïciderisico is hoog, ongeveer 10 procent overlijdt na een zelfmoordpoging.
Hoe ontstaat borderline-persoonlijkheidsstoornis?
De meeste mensen met BPS hebben in hun jeugd te maken gehad met seksueel-, fysiek- en/of emotioneel misbruik of verwaarlozing, vooral tussen het zesde en twaalfde jaar. Deze traumatische ervaringen in combinatie met temperament, de ontwikkelingsfase tijdens het misbruik en de sociale omstandigheden waaronder het plaatsvond, zorgen voor een verstoord zelfbeeld en beeld van anderen.
Bij patiënten met BPS zijn er problemen met hechten door de onoplosbare situatie uit de jeugd waarin de ouder enerzijds de bron van dreiging is en anderzijds de potentiële veilige haven waar het kind terecht kan voor steun. Hoewel seksueel misbruik samenhangt met BPS, is het niet noodzakelijk, noch voldoende: een ruime meerderheid van de mensen die seksueel misbruikt zijn, ontwikkelt geen BPS.
Herkomst van de benaming
De term ‘borderline-persoonlijkheidsstoornis’ (BPS of BPD – Borderline Personality Disorder) of ‘borderline-stoornis’ komt voort uit de ervaringen van psychoanalytici. Zij zagen een groep patiënten die afwijkend reageerde op de behandeling die patiënten die als ‘neurotisch’ of ‘psychotisch’ waren gediagnosticeerd indertijd kregen. Deze patiënten vertoonden aanvankelijk symptomen die veel weg hadden van een neurotische stoornis, maar ze reageerden vervolgens heel anders op de behandeling dan patiënten met een neurose. De term ‘borderline’ verwijst naar de overtuiging dat deze patiënten zich in het grensgebied tussen neurose en psychose bevonden. Hoewel sommige borderlinepatiënten inderdaad psychotische – of op psychose gelijkende – ervaringen hebben, gaat men er tegenwoordig niet meer vanuit dat mensen met BPS op de grens van neurose en psychose verkeren.
Cijfers
- Naar schatting lijdt ongeveer 2 procent van de bevolking aan BPS.
- Driekwart is vrouw.
- 70 procent van de mensen met borderline heeft een voorgeschiedenis van seksueel misbruik.
- Driekwart heeft een voorgeschiedenis van automutilatie (of heeft ten minste een keer zichzelf beschadigd).
- 46 procent is als volwassene slachtoffer geweest van geweld (31 procent verkrachting, 33 procent mishandeling door partner).
- Bij veel borderline-patiënten is er ook sprake van andere stoornissen zoals depressie, paniekstoornis, agorafobie en bouliamia nervosa.
- Veel patiënten in de verslavingszorg voldoen aan de diagnostische criteria voor BPS.
- Een meerderheid van de mensen die voldoen aan de diagnostische criteria voor BPS voldoen ook aan de diagnostische criteria voor een andere persoonlijkheidsstoornis: paranoïde persoonlijkheidsstoornis, afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, ontwijkende persoonlijkheidsstoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis, theatrale persoonlijkheidsstoornis, narcistische persoonlijkheidsstoornis.